Verzakkingen komen vaak voor. De blaas, baarmoeder of darm wordt normaal gesproken door steunweefsel op de plaats gehouden. Maar als dat steunweefsel beschadigd is, kan een deel van de schede (vagina) naar buiten komen (verzakken). Dit kan klachten geven.
Bijvoorbeeld dat er tussen de schaamlippen een balletje in de weg zit of dat dit een zwaar gevoel geeft. Ook kan het klachten geven bij het plassen of poepen, of bij het vrijen.
Een verzakking in de bekkenbodem kan op verschillende manieren behandeld worden. Veranderingen in leefstijl, bekkenfysiotherapie en een pessarium zijn oplossingen die als eerste worden uitgeprobeerd. Als dat niet helpt, komt een operatie in beeld.
Dat kan met lichaamseigen weefsel. Soms is het eigen weefsel niet stevig genoeg, of komt de verzakking na zo’n operatie weer terug. In dat geval kan een bekkenbodemmatje (ook wel mesh of implantaat genoemd) in beeld komen. Een vaginaal bekkenbodemmatje is alleen een optie als operaties met lichaamseigen weefsel niet hebben geholpen. Bij een verzakking van de baarmoeder, vaginatop of (endel-)darm kan het voorkomen dat een mat of bandje als optie in beeld komt zonder dat er eerst een operatie met lichaamseigen weefsel heeft plaatsgevonden. Een bekkenbodemmatje of een ‘mesh’ is een kunststof implantaat, dat permanent wordt vastgezet in het lichaam. Het is daarna vaak lastig om het weer in zijn totaliteit te verwijderen.
- Vaginale implantaten voor behandeling van verzakkingen van de voorwand (blaas) of de achterwand van de vagina. Een vaginale mesh wordt via de vagina ingebracht). Ze worden ook wel ‘transvaginale mesh (TVM) genoemd.
- Buikimplantaten (worden door de arts via een sneetje in de buik ingebracht) voor verzakking van baarmoeder of vaginatop (indien baarmoeder is verwijderd) en endeldarm
- Implantaten voor urine-incontinentie, dit wordt ook wel een TVT- TVT-O en TOT bandje genoemd.
Zie ook: .rivm.nl/documenten/overzicht-van-typen-mesh-implantaten-en-gebruik-ervan
Waarom een operatie met een matje?
De operatie is bedoeld om de werking van de bekkenbodem te verbeteren door de schade van het steunweefsel te herstellen. Als de organen weer op de juiste plek zitten, werken ze vaak ook weer beter. Een operatie voor een verzakking kan meestal via de schede met oplosbare hechtingen. Dus zonder gebruik van een implantaat. De verzakking wordt dan met lichaamseigen weefsel verholpen. Dit is vergelijkbaar met het herstellen van een gat in kleding met naald en draad. Deze operatie gebeurt in bijna alle ziekenhuizen.
Helaas kan de verzakking na een operatie weer terugkomen. Dat wordt recidief genoemd. Het steunweefsel was waarschijnlijk te zwak om met hechtingen te versterken. De verzakking komt bij 2 tot 4 op de 10 vrouwen (20-40%) weer terug. De klachten zijn vaak minder ernstig dan eerder. Een verzakking kan al vrij snel na een operatie terugkomen, maar soms ook pas na jaren. Hoe ernstiger de verzakking was bij de eerste operatie, hoe groter de kans dat een verzakking weer terugkomt. Leeftijd en de kwaliteit van het steunweefsel en een verkeerd gebruik van de bekkenbodemspieren (denk aan buikdruk bij verkeerd persen) spelen ook een rol bij het terugkomen van een verzakking.
Als er geen of weinig klachten zijn, is een behandeling vaak niet nodig. Soms kan fysiotherapie of een ring helpen. Als dit onvoldoende helpt, kan opnieuw een operatie nodig zijn. Van alle vrouwen die vanwege een verzakking worden geopereerd, zal ongeveer 1 op de 10 (10%) opnieuw worden geopereerd omdat de verzakking is teruggekomen. Als de nieuwe verzakking ontstaat in een deel van de schede waar nog niet eerder is geopereerd, zal waarschijnlijk een operatie met lichaamseigen weefsel worden geadviseerd. Als de verzaking ontstaat in een deel van de schede waar eerder is geopereerd, kan een implantaat worden overwogen.
Hoe werkt een operatie met een matje?
Een implantaat is een voorwerp of materiaal dat in het lichaam wordt aangebracht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan een implantaat in het gebit of een nieuwe heup. Bij een operatie voor een verzakking gaat het om een gaasachtig matje (Engels: ‘mesh’). Als een deel van de schede opnieuw is verzakt, is het steunweefsel daar waarschijnlijk erg zwak. Een implantaat zorgt ervoor dat er nieuw steunweefsel ontstaat. Denk opnieuw aan een gat in bijvoorbeeld een broek. Dit kan met naald en draad worden hersteld (normale operatie bij verzakking) of met een lap om het gat te overbruggen (matje).
Professor Roovers legt hier uit hoe de operatie werkt, en hoe de regels met betrekking tot vaginale matjes zijn in Nederland en Amerika: Zie ons magazine Bekkenbodem op de Kaart nr 60 (pagina 4 en 5)
Waar is een implantaat van gemaakt?
Bijna alle implantaten die worden gebruikt voor de behandeling van een verzakking of incontinentie, zijn gemaakt van kunststof (polypropyleen). Dit is een kunststof materiaal dat niet oplost. Omliggend weefsel vergroeit met het implantaat, waardoor nieuw steunweefsel ontstaat. Soms worden andere materialen gebruikt. Bijvoorbeeld oplosbare of biologische ‘mesh’. De werkzaamheid en veiligheid daarvan zijn nog niet bewezen en de resultaten vallen tegen (de verzakking komt toch weer terug).
Matjes die via de vagina worden geplaatst (transvaginale matjes)
Een implantaat kan via de schede en via de buik worden ingebracht. De route via de schede gebeurt met name als er sprake is van een verzakking van de voor- of achterwand van de vagina. In Nederland gebeurt dit sinds 2005. Er was toen al veel ervaring met implantaten opgedaan via de behandeling van onder andere liesbreuken en urineverlies. De verwachting was dat er ook voor verzakkingen minder kans was op het terugkomen van een verzakking na plaatsing van een vaginaal implantaat. Door ervaringen van patiënten en wetenschappelijk onderzoek werd het aanvankelijke enthousiasme bekoeld. Zo kwamen er meldingen van ernstige complicaties van pijn en het deels zichtbaar worden van het matje in de schede. Het inbrengen van een implantaat via de vagina werd hierna minder vaak en selectiever gebruikt. Deze operatie wordt daarom nu nog in een beperkt aantal ziekenhuizen verricht, waarbij er ook nog eisen worden gesteld aan de ervaring van de operateur (minmaal 20 operaties per jaar):
Centra die in 2020 TVM aanbieden:
- Amsterdam UMC locatie AMC/Bergman Clinics
- UMC Utrecht/Bergman Clinics
- Albert Schweitzer Ziekenhuis
- Antonius Nieuwegein
- Isala Zwolle
- Amphia Breda
- Spaarne Gasthuis
Bovendien is het plaatsen van een vaginaal matje alleen mogelijk als een patiënt tegelijkertijd deelneemt aan wetenschappelijk onderzoek.
Zie ons magazine Bekkenbodem op de Kaart nr: 61 (pagina 14).
De operatie duurt ongeveer 1 uur.
Dit naar aanleiding van een onderzoek dat de Inspectie Gezondheid en Jeugd heeft laten uitvoeren naar de kwaliteit van de matjes door het RIVM, waarin werd geconstateerd dat de dossiers van de matjes niet op orde waren.
Zie: Transvaginale bekkenbodemmatjes alleen nog toegepast onder strenge regels
Matjes die via de buik worden geplaatst
Verzakkingen worden soms ook met een implantaat via de buik verholpen. Dit gebeurt al meer dan vijftig jaar. Vroeger ging dit met een open buikoperatie, tegenwoordig vrijwel altijd via een kijkoperatie (laparoscopie). Hierdoor is het eenvoudiger om de ‘mesh’ goed aan te brengen en is het herstel sneller. Buikmatjes of buikimplantaten worden door de arts via een sneetje in de buik ingebracht voor verzakking van baarmoeder of vaginatop (indien baarmoeder is verwijderd) en / of de endeldarm (rectumprolaps, deze operatie wordt rectopexie genoemd). Deze operatie is wel ingrijpender dan de operatie met een vaginaal matje, en duurt zo’n 2 tot 3 uur.
Voor buikmatjes gelden minder regels dan de uro-gynaecologen voor de vaginale matjes hebben opgesteld: zo is er geen beperkt aantal gespecialiseerde ziekenhuizen waar deze operatie wordt uitgevoerd. Ook komt het voor dat de operatie met een matje wordt uitgevoerd, zonder dat er eerst een operatie met eigen weefsel heeft plaatsgevonden (zoals bij vaginale matjes wel het geval is). Dit is namelijk niet altijd mogelijk.
Het RIVM heeft in opdracht van de IGJ de fabrikanten-dossiers van deze buikmatjes onderzocht, net zoals eerder de vaginale matjes. De resultaten daarvan zijn in maart 2022 verschenen: Daarbij is door RIVM geconstateerd dat de veiligheid en de prestaties van deze producten niet goed zijn onderbouwd, d.w.z. dat er in de technische ‘bijsluiter’ van sommige buikmatjes informatie ontbrak. Dat hoeft niet te betekenen dat er iets mis is met het product. Meerdere fabrikanten geven aan dat zij inmiddels de technische documentatie hebben verbeterd. Dit heeft plaatsgevonden nadat de RIVM-beoordeling was afgerond en is daarom niet meegenomen in dit onderzoek. Vanaf mei 2021 gelden overigens nieuwe Europese regels voor medische hulpmiddelen, en daardoor moeten fabrikanten zich aan meer en strengere regels houden, ook voor de technische documentatie.
TVT-bandjes
Kunststof materiaal wordt ook wel eens bij stress-incontinentie gebruikt. Een kunststofbandje kan onder de plasbuis worden geplaatst, deze kan de verhoogde druk opvangen. Bij drukverhoging wordt de plasbuis tegen dit bandje aangedrukt. De urine kan er minder makkelijk langs. Het bandje blijft levenslang aanwezig: het lost niet op. Voor deze vorm van urineverlies geldt dat een operatie met lichaamseigen weefsel eigenlijk niet mogelijk is. Wel zijn er andere behandelingen mogelijk.
Zie ook: .allesoverurologie.nl/aandoeningen/urine-incontinentie-ongewild-urineverlies/#behandelingen
Wie voert de behandeling uit?
Het zijn vooral uro-ynaecologen die vaginale en buik-bekkenbodemmatjes plaatsen. Ook kan de uro-gynaecoloog bandjes plaatsen,
De NVOG (de beroepsgroep van gynaecologen) heeft bepaald dat een gynaecoloog wel aan een aantal eisen moet voldoen om de ingreep met de vaginale bekkenbodemmatjes te mogen uitvoeren.
Bij verzakking van de darm voeren vooral chirurgen de operatie uit. Meestal gebruiken zij hierbij een matje omdat een operatie met lichaamseigen weefsel niet altijd mogelijk is.
Bekijk ook deze link voor een webinar over darmverzakkingen en veelgestelde vragen: Webinar operaties bij darmverzakking
Behandeling van stress urine-incontinentie (niet kunnen ophouden van de plas) met een bandje van mesh (TVT-O of TOT sling), wordt voornamelijk door gynaecologen uitgevoerd, of door urologen.
Wat zijn de belangrijkste risico’s van een implantaat?
De belangrijkste risico’s van een implantaat zijn het blootliggen en doorschuren van het implantaat (‘exposure’) in de schede (vagina) en pijn in de onderbuik, bekkenbodem of schede.
Bij een ‘exposure’ naar de schede kan het implantaat voelbaar of zichtbaar worden. Dit kan afscheiding, bloedverlies of pijn geven. In de eerste onderzoeken bij vaginale implantaten (‘mesh’ via de schede) wisselde het voorkomen van ‘exposures’ sterk. Uit nieuwer onderzoek blijkt dat dit nu minder vaak voorkomt. Waarschijnlijk komt dit door de ingevoerde verbeteringen. Ook bij een implantaat ingebracht via de buik komen ‘exposures’ voor, maar gebeurt dit iets minder vaak. ‘Exposures’ kunnen tot vele jaren na de operatie ontstaan. Alleen een ‘exposure’ die klachten geeft, hoeft behandeld te worden. Dit kan vaak via een kleine ingreep, waarbij het stukje implantaat dat zichtbaar is, wordt verwijderd. Een implantaat die in de blaas of darm is terechtgekomen, is uiterst zeldzaam, maar ook lastiger te herstellen.
Na elke operatie kunnen pijnklachten ontstaan. Vaak verdwijnen pijnklachten na een aantal weken of maanden, maar soms niet. Dan is er sprake van chronische pijn en dit kan erg invaliderend zijn. Pijn kan de hele dag aanwezig zijn of bij bepaalde omstandigheden. Bijvoorbeeld tijdens wandelen, zitten of vrijen. Pijn kan vele oorzaken hebben en de behandeling is vaak lastig.
Ook kan het materiaal het afweer- of immuunsysteem kan verstoren. Bij een auto-immuunziekte keert een normale afweerreactie zich tegen het lichaam. Klachten kunnen erg verschillen, zoals droge mond, vermoeidheid, malaise en pijn. Er zijn aanwijzingen dat niet menselijk materiaal de afweerreactie in het lichaam kan veranderen. Het is belangrijk dat daar meer onderzoek naar wordt gedaan.
Andere complicaties zijn vaak verbonden aan de operatietechniek en de ervaring van de arts. Bijvoorbeeld schade aan de blaas, de darm, een bloedvat of een zenuw. De kans op complicaties kunnen per vrouw en per operatietechniek verschillen. Bijvoorbeeld door overgewicht, roken, eerder doorgemaakte operaties of andere aandoeningen kan het risico op complicaties groter zijn. Daarom is het verstandig de mogelijke voor- en nadelen van de operatie goed met de arts te bespreken, zodat samen een weloverwogen keuze gemaakt kan worden.
Kijk hier voor een webinar over de nazorg voor patiënten die langdurige klachten hebben n.a.v. een operatie van een mesh, evenals veelgestelde vragen en antwoorden: Webinar over nazorg voor patiënten met langdurige klachten na operatie met kunststof matje of bandje
Binnenkort verschijnt hierover ook een brochure van het RIVM. Zodra deze gereed is, zal deze ook op deze website te vinden zijn.
Maria Smit van Meshedup verenigt de patiëntes die te maken hebben met zeer ernstige complicaties als gevolg van de matjes.
In dit artikel doet zij haar verhaal, zie ons magazine Bekkenbodem op de Kaart (pagina 18-20)
Kan een implantaat (grotendeels) verwijderd worden?
Vraag aan je specialist die je behandeld heeft, of hij je via de beroepsorganisatie wil doorverwijzen naar de collega die gespecialiseerd zijn in de nazorg na een mesh-operatie.
De Leidraad mesh-gerelateerde klachten is opgesteld door o.a. meerdere beroepsorganisaties van artsen, zoals gynaecologen en urologen, en geeft een overzicht van de huidige beschikbare kennis en lopend onderzoek. Zie Leidraad mesh gerelateerde klachten
Lees ook deze artikelen :
Ik mis de mesh niet!
Mesh bij buikwand chirurgie o.a liesbreuken
Weer in een witte broek over straat
Transparantie en veiligheid – Calistar S-implantaat
Effectiviteit en veiligheid in het verzier BSC-implantaat
Leidraad over mesh-gerelateerde klachten
Mebi Meldpunt en expertisecentrum bijwerkingen implantaten
Registratie Implantaten
De toekomst: Produceren implantaten met eigen weefsel